Skip to main content

Gooi wat in ’t schoentje

By 20 november 2015november 27th, 2015Mijn fietsblog

Wegens valsheid in geschrifte, oplichting en spelbederf ben ik niet langer welkom in de plaatselijke buurtsuper… Zo dat is er uit en lucht op. Eerlijkheid duurt het langst, dus biecht ik het ook maar aan u op. Met schaamrood op mijn kaken en in het kort voel ik me verplicht u de toedracht te vertellen.

Mijn oog was gevallen op een stapel bouwplaten, uitgestald op een metershoog schoenenrek. Door middel van wiskundig uitziende stippellijntjes zou hier een soort schoen van zijn te maken, volgens het wedstrijd comité. Achterop stonden de benodigdheden en gereedschappen afgedrukt; Mes, schaar, veiligheidsbril en industrielijm. De twijfel omtrent mijn ruimtelijk inzicht had mij toen al moeten doen besluiten van deelname af te zien. Maar ja, een prestigieus project als dit wilde ik met open vizier aangaan. Onder oogverblindend neonlicht stond een prototype uitgestald. Dat al die kleine snottebelletjes van tegenwoordig het vak techniek weer omarmen doet me deugd. Vriendelijke glimlachend maar resoluut werkte ik me naar voren, om een glimp van het prototype op me in te kunnen laten werken. Ik pakte het meteen serieus op zak maar zeggen. Buiten het oog van de camera (want ik wilde mijn deelname geheim houden) griste ik de bouwtekening van het schap en maakte dat ik thuis kwam. Daar zonk me de moed wel danig in de schoen. In kleine lettertjes, die ik zelden lees, stond dan wel twaalf jaar, maar daar sloeg ik geen acht op. Nee, ’t was meer het formaat van het eindproduct wat me zorgen baarde dan de productietijd van voornoemd getal. Afgaande op oude liedjes zou er na fabricage het volgende in moeten passen: Een pop met vlechten-snoezig jurkje-twee tennisballen-letter van banket(hm!)-bromtol en zweepje(?!)-doos blokken. Buiten dat hiermee het bewijs is geleverd dat kinderen ook destijds reeds op grote voet leefden, zou ik nooit voldoende karton in huis hebben. Onbeheersbaar als ik  ben liet ik me niet uit het veld slaan en een uur later was ik terug bij de warme haard met twee vierkante meter bouwmateriaal. Hierdoor liet ik me impulsief van de wijs brengen, door af te wijken van de schaalverdeling. “even doorgaan Jampie” dacht ik. Na twee avonden noeste nachtelijke arbeid, dodelijk vermoeid, was er een laars ontstaan, die het me gezien het formaat, moeilijk maakte ongezien over de galerij te schuiven. Gebruik makend van de duisternis bereikte ik de winkel. Anderen hadden zielig aandoende mini-schoentjes geknutseld, maar niet ieder heeft de creativiteit die ik nu eenmaal in me heb. dat geeft ook niet hoor. Voldaan bekeek ik het stuk huisvlijt en voorzag het in sierlijke Sint letters van mijn naam. Die zou nu eindelijk eens gevestigd zijn. Gerechtigheid komt, wacht er niet op. In gedachten zag ik foto’s in dagbladen en andere media voorbijkomen. Jampie op ’t journaal, bij de burgemeester… chocoladejampie’s en als beloning een op ware grote gegoten chocoladelaars.

Nu zit ik in zak en as thuis. De bedrijfsleider verklaard mij persona non grata, mijn goede naam te grabbel, torenhoge gemaakte kosten en geen chocolade kikkers en muizen. Oh… daar wordt op de deur geklopt, wie zal dat nu weer zijn.

©J.G. Boomsma