Voorbereiding, het meest tricky woord wat de Dikke van Dale mijn hele leven voor me in petto had. Voorbereiden is denken, overwegen, plannen, overdenken en uiteindelijk misschien ten uitvoer brengen. Voor mij is dit het moeilijkste onderdeel. Met (be)hulp van anderen gaat me dit echter lukken. Ik denk visueel, in plaatjes. Ik zal degene die mij behulpzaam zijn bij de voorbereiding plat gooien met plaatjes. Hiermee het risico nemende dat al die lieve, goed bedoelende mensen de slaap niet meer kunnen vatten van de door mij geleverde zoekplaatjes hihi.
Het meest eenvoudige – omdat ik het in mijn in mijn eentje kan doen – is voor mij de fysieke voorbereiding. Sporten, bewegen en fysiek bezig zijn is gezond zeggen deskundigen en zij die dit doen. De vele uren fietsen zijn dikwijls mijn redding geweest, waardoor ik deze stelling van harte onderschrijf! Anders wordt het naar mijn idee, wanneer de commercie er fysiek bij wordt betrokken. Ik bedoel, zeg nou zelf. Zit ik onderweg op een paddenstoeltje van de ANWB te genieten van de rook van de weduwe van de zware (of was het nu andersom), mijn stalen ros nog nadampend. Komt er uit het belendende kreupelhout een nogal corpulente vijftiger tevoorschijn, zich voorbereidend op de marathon van Buiksloot zo het leek. De strak knellende, fluoriserende sportoutfit bezorgde mij het bange vermoeden dat de goede man er rekening mee hield pas bij het donker worden weer thuis te zijn. De schoenen die hij droeg had ik wel eens in de winkel zien liggen. Ontwikkeld door de NASA, voorzien van schokdempers en aangeraden door beursgenoteerde bedrijven. Nee, dit zag er niet al te best uit vond ik. Ook topsport is per definitie ongezond voor primaten zoals ons. Ooit wel eens een groep mensapen van Kampala naar Mombasa zien joggen? Nou dan. Ook teamsport is voor mij niet weggelegd. Veel te veel informatie vooraf en tijdens de prestatie en te veel coördinatie met de teamgenoten. Technische hoogstandjes als tien maal de waterzak hooghouden tijdens de uitleg van de trainer waren voor mij doodgewoon. Nee, geef mij de langeduurbelasting maar en het liefst solistisch. Stofjes voelen vrijkomen die de brij aan gedachten daarboven blokken. Hopen op een niet te strenge winter en wekelijks tochtjes van 100 á 150 km tot aan maart. Van maart tot aan juli de zaak opvoeren naar eens per week 200 km naast de wekelijkse 100 km die ik tot nu toe gewoon ben. En hopen dat ik geen aap in de kont hoef te kijken. Wordt vervolgd.