Geluk
Dit was even een kleine vingeroefening in een spiksplinternieuwjaar. Wanneer men het heeft over virussen en andere van buiten komende kuchjes en snotterpartijtjes, hoop ik dat het scherm voor me stiekem geïnfecteerd is met deze vijf aaneengesloten lettertjes. Ze zijn vers van de pers en de eerste die in het nieuwe jaar voor mij oplichtten. Speciaal voor u. Toen ik gisteravond de laatste oliebol vanonder zijn poederholletje bevrijde, was ik alleen. Ook in mijn vertrouwde holletje. Niet helemaal alleen hoor, gedachten aan andere mensen genoeg. Sociaal beestje wat ik ben maar niet altijd kan tonen. Eenzaam Jampie..? Nee, confronterend en op zoek naar woorden naar mijn tweede “ik”. Die “ik” die de drukte ontvlucht van stemmen en stemmingen rondom mij. Ik zal daar het komende jaar eens een hartig woordje mee wisselen, neem ik me voor. Om gisteravond in de laatste uren van het nu voorbije jaar met hem in discussie te gaan lukte me niet. Woorden wilden niet komen. Maar de omwenteling in mijn kop moet komen, dit jaar. Naar buiten kijkend (want ik wil wel graag wat zien) deed zich een vreemd tafereel voor. Een dame van stand, maakte uit stand een gymnastische oefening, met mij als toeschouwer vanachter het vensterglas. Als gegrepen door een plotselinge windvlaag maakte ze een fraaie zijwaartse driedubbele rol. Een wentelteefje zonder suiker zak maar zeggen. Acute buikkrampen… zwaar op het buikie van de laatste ultieme verschijnselen van een te veel aan oliebollen? ‘k weet het niet, maar de gezelligheid was ver te zoeken zo het zich liet aan zien. Enigszins beducht keek ik nog eens naar het baksel wat nog steeds in mijn handjes zat. ‘k heb hem heerlijk op gesmikkeld en heb geen last van dergelijke bijwerkingen gehad. Dus. Om klokslag twaalf werd ik nog weer even gewekt door ontploffingen die mijn huisje lieten trillen ( de piek hing uit het lood geslagen in mijn groene sfeerstuk vanochtend). Prachtige pyrotechnische kunststukjes in de kraakheldere nachtelijke hemel nam ik vanonder mijn slaapmuts waar, staand voor het raam. Dus NEE, ‘k heb in die zin niets gemist. De lasbril kon weer onder mijn kussen en ik heb een goede nachtrust gehad verder. Nu kijk ik over het scherm naar buiten en zie een strak blauwe lucht. Vogeltjes vliegen in geoefende formaties over. Zouden we nog wat winter krijgen? We weten het niet he. Ach, denk ik, das ook niet erg. Hopelijk kunnen wij ons wentelen in een goed begin. Niet druk maken over welk weertype wat zich voor gaat doen. Dat regelt de natuur wel. Mooi zo laten denk ik. ’t komt zoals ’t komt. Ik besluit op deze mooie dag, u allen te bedanken voor de goede wensen, mij toegezonden en wens u allen het zelfde. Gelukkig nieuwjaar!
Jampie.
© J.G.Boomsma