Skip to main content

Ziekjes

By 2 november 2015november 27th, 2015Mijn fietsblog

De r zit in de maand. Kuchend en snotterend strompelen mensen de overvolle wachtkamer van ome dokter binnen, om deze tijd van het jaar omgetoverd tot kweekkast van enge beestjes. Ook het heilige koekblik op wielen lijkt last te hebben van de weersomslag. Dure techniek gereduceerd tot onbruikbare rommel. Daar helpt geen buusdoek aan. Ik zelf heb ook wel met panne gestaan, dat kan de beste overkomen nietwaar. Terwijl andere automobilisten me de veters uit de schoenen poogden te racen ging ik onverstoorbaar mijn gang. Na mijn al zo geplaagde hoofd in het vooronder van mijn machine gestoten te hebben, verscheen er een technische knobbel. Formule 1 renstallen wierpen jaloerse blikken. Om niets uit te sluiten werd het onder de motorkap steeds ruimer, maar de berg gedemonteerde onderdelen in de berm in gelijke tred groter. Jah, en zo´n racingteam bestond uit vele mensen, terwijl ik maar alleen was. Nu ben ik ook niet een teamplayer hoor, laat mij de eer maar voor me zelf houden. Het merk met de steigerende ezel heeft dan ook nooit contact met me gezocht. De beelden uit voorgaand inkijkje nog weer eens de revue  passerend, hoop ik komend jaar gevrijwaard te blijven van tijdrovende klussen aan mien fietse. Maak me nu ook al weer lichtelijk zorgen over de gezondheid van mijn trainingsfiets. Ergens aan de voorkant klopt er iets. Nou das mooi toch zult u zeggen. Nou goed dan (wijsneuzen), tis meer een rammeltje. Dat klopt dus niet. Dit doet zich uiteraard alleen tijdens de rit voor. Zelf denk ik dat het euvel ergens diep weggestopt in de verende voorvork zit. Vroeger heb ik wel eens een onderdeel van een schokbreker de ruimte in laten schieten, dus al te goede herinneringen aan veren en veertjes heb ik niet. Het kan natuurlijk ook best in het balhoofd (klinkt als punthoofd) of de rest van de voorvork zitten. Moet dat maar eens uitzoeken. Deze beslommeringen maken eens te meer duidelijk dat ook de fiets op een rijdend laboratorium gaat lijken. Aangezien ik het niet zo heb op witte jassen, behoudens die van de ijscoboer, gooi ik dat spookbeeld verre van me. Laatst las ik een heroïsch verhaal van twee op leeftijd zijnde Engelse heren. Reeds in 1938 maakten deze de oversteek naar de vaste wal en fietsten vanuit Frankrijk over de alpen naar Italië. Drie versnellingen van Sturmey Archer stonden hen ter beschikking. Ik zie voor me hoe Tom en Tom zich bogen over verkreukelde landkaarten. Jolly good. Geen kwaad woord over de intense bevrediging die sommigen ervaren bij het uiteennemen van hun Bike hoor. Maar ‘k wil er maar mee zeggen dat doordachte, dure en ingewikkelde technieken ook een sta in de weg kunnen zijn voor de berijder die behept is met minder voortschrijdend inzicht, zoals ikke. Nu, ‘k ga maar eens kijken naar mijn patiënt. Met goede zorgen komt ie d’r vast weer bovenop. En anders maar even naar dokter Michel. Een gezonde week gewenst!

©J.G. Boomsma