Skip to main content

Blijf…

By 13 december 2015Mijn fietsblog

Ook bij mij thuis brandt de kerststruik in zachte gloed. Niets bijzonders in deze tijd van het jaar. Het is een imitatie hoor, een kunstboom dus. ´k vind het ook een beetje gekunsteld allemaal, dus wel passend. Maar niets verplicht me. Geen opgelegde advents- of sfeergevoelens voor mij. Nee hoor, de harmonie, het samenzijn en er voor elkaar zijn, kenmerkend voor deze periode, zou wat mij betreft driehonderdenveertig dagen per jaar langer mogen duren. Maar goed, wat betreft de inrichting van mijn huis zal ik u hier niet vermoeien, daar zijn andere leuke blaadjes voor.  Tis wel gezellig hoor! Echter wel een beetje dubbel. Enerzijds de glimlach der nostalgie, aan de andere kant het tasten naar mijn buusdoek. Vroeger druppelde mien mamme daar voor mij wel eens wat Odeklonje op (Keuls water, niets rook zó lekker!). Weer verdrietig Jampie..? ach wel nee, laat me maar even, ouwe huilebalk dak ben. Sommige dingen lijken zo ver achter me, maar teruglopen kan niet meer. Paadjes zijn dichtgegroeid door de tijd. Niet overwoekerd hoor, nog wel zichtbaar. dat moet maar zo blijven denk ik. ’t komt door de beide hondjes onder de boom. Elk jaar zet ik hen zorgvuldig op de “plaats”. De een is een Dobberman, de ander een Shar-Pei. Geen stamboom. Ze zijn van mien jongens geweest, nu twee uit de kluiten gewassen jonge mannen, vol in de wind van het leven, ieder hun eigen weg zoekend, toen twee peutertjes. Vier en zes..? ‘k weet het niet meer. Daar waren ze van, dus behorend bij mijn eigen stamboom. Dat moet maar zo blijven denk ik. Schiet in de lach als ik denk aan het moment dat beide hondjes door hen werden meegenomen de stad in. We zaten in Dickenssferen te genieten van warme chocolademelk met slagroom. Een beste kwak, die het zicht op beide knaapjes even verstoorde. Weg waren ze plots. Een kleine volksoploop wat verderop bezorgde me echter vermoedens van enige aanwezigheid van het kleine grut. Als twee ervaren jongleurs lieten beide knaapjes hun hondjes kunstjes doen temidden van winkelend publiek. Het Joo- Hoo uit beide hondenkeeltjes was reeds zichtbaar beloond met glimmende, op de grond liggende muntstukken. Glimmend van vaderliefde maar enigszins verlegen met de commerciële activiteiten, vond ik het tijd worden een einde te maken aan het door hen bedachte verdienmodel. ’t zijn beelden die ik niet vergeet. Elk jaar een volle kalender ouder, maar weer afgestoft rond het eind van ieder jaar. Het stukje vierkant linnen in mijn rechterhand kreukelt, is soms nat van tranen. Strijken doe ik niet aan, te veel werk. Maar waarom zou ik ook. ’t leven valt niet glad te strijken, ieder plooitje vertelt haar eigen levenslijntje. Dat moet maar zo blijven denk ik. Ik kijk naar mijn eikenkleurig kastje naast de boom. Gevuld met allemaal mooie muziek. Het hele jaar door. Bovenop het ding een van aardewerk geboetseerde Kerstman. Nee, geen met stemverheffing brullende Joo-Hoo’s uit de keel van de namaak Laplander. Hij mag daar van me zitten. Heeft een trompet. Met bolle wangen en dito buik. Nee, geen geluid hoor. Dat bedenk ik er zelf wel bij. Elk jaar om deze tijd mooie geluiden. Dat moet maar zo blijven denk ik. Fijn zondag allen.