Kuddedieren. Los van iedere filosofie, religie, of levensovertuiging leven ze samen. zijn tot elkaar veroordeeld. Dat gaat best goed. Eten, drinken en voortplanten. Niet geplaagd door een hogere intelligentie waar de mens gebukt onder gaat. Die intelligentie, die onze soort zich zelf heeft aangemeten. Zelfs het monopoly op meent te mogen claimen. Ik ben er nooit zo zeker van geweest. ´t zit ons in de weg. Speling van het lot, foutje van de evolutie zak maar zeggen. Nog erger wordt het wanneer de wetenschap de mens kwalificeert als kuddedieren. Eens naar mijn idee, maar al honderden jaren niet meer. We mochten willen. We blaten voor eigen parochie en puntje bij paaltje puur en alleen voor ons zelf. Losgebroken uit de veilige kudde die we eens waren. Oh ja, soms als het ons zelf uitkomt, loeien we dat we het samen moeten rooien. Lopen we als een imitatie van kuddedieren achter elkaar aan naar de bak met aanbiedingen. Daar aangekomen geldt het recht van de sterkste, prevaleert het eigen belang weer. Kinderen, oude van dagen, aan de kant! Hier met die afgeprijsde sok, ikke was eerst! Weg van mijn grond, ikke was eerst! We gillen van rechten, zelf bedacht. Een groepje dappere Dodo´s maakt zich inmiddels op de ruimtekoffers te pakken en zich als ruimtekudde naar Mars te laten schieten. Met een soort reuzenvuurpijl. Met een schone buusdoek het raampje schoonvegen en zwaaien naar achterblijvers. Foto´s en beelden van moeder Aarde door seinen. Gewichtloos, kauwend op een chocolade Mars. Naar soortgenoten die zich alle dagen bewust zijn van hun eigen soms loodzware gewichtige bestaan. Daar kun je best last van hebben. Nee, het tij valt niet te keren, maar met de stroom mee laten drijven hoeft ook niet. Zou niet moeten. ´t wordt mij voor mezelf ook te druk hoor, al die langsdrijvende gedachten en meningen van anderen en dan de kop boven houden. Waarom de put dempen als er weer zoveel kalfjes zijn verdronken denk ik. Waarom geen kring vormen en een ieder voor zich (dat kunnen we vast) een kalfje onder onze hoede nemen. Niet mee loeien en elkaar in de put praten. Op pad gaan, af en toe even vragen als het nog gaat. Soms misschien ieder een kalfje dragen, al is ’t maar voor even. Leuk of niet, we leven in kuddes, maar zijn het verleerd denk ik. Tis ook allemaal wat te druk geworden en ook onze raampjes zijn wat beslagen van al die mensen in één ruimte. ‘k wil daar geen last van hebben en pak mien eigen schone buusdoek. Wil het even wat helder maken…
©J.G. Boomsma