Zojuist is de postbode na drie bange uren uit zijn benarde positie bevrijd. Zijn werkdag met evenzovele uren bekort door zijn gedwongen verblijf in de vastgelopen lift, op weg naar mijn adres. Gewichtig stelde de brandweercommandant vast dat de oorzaak van zijn oponthoud was te wijten aan overbelasting. Om de zaken nu eens goed aan te pakken had ik bij een gespecialiseerd bedrijf gewichten, halters en andere martelwerktuigen besteld, af te leveren onder rembours. Met uitzondering van een kek worstelpakje is de hele santenkraam weer door de goede man meegenomen.
Nee lieve lezers, bovenstaand scenario is op het lichtste pakketje na fictief natuurlijk. Het pakje moet ik nog wat in groeien vertelt mijn lachspiegel me. Maar toch, het uiterlijk. Vanuit cosmetisch oogpunt zijn veel mensen niet tevreden over zich zelf of over hun voorkomen. Te dun, te dik of niet goed verdeeld, bedeeld. Persoonlijk zit ik niet zo met dit soort zaken in mijn maag hoor. Over iemand anders zijn of haar uiterlijk, ook wat betreft een pondje te weinig of te veel heb ik geen oordeel. Laat staan een vooroordeel, hoewel bepaalde rondingen mij wel kunnen bekoren, maar das persoonlijk. Mezelf in een gezellig verlichte vleesvitrine zien liggend zou ik mij bestempelen als mager. Dat is altijd zo geweest. Wel ontwikkelde zich zo rond mijn vijfentwintigste een dijk van een buik die tot zes jaar geleden verwoede gevechten met overhemdknoopjes leverde. Dat was afgelopen toen door mijn toedoen de plaatselijke slijterij op de fles ging. Geen blonde rakkers meer die mijn koelkast bevolkten. Weg met die rommel. Waar ging het over…Ik heb te weinig spieropbouw of spiermassa zo dat heet. Ik kan eten en fietsen wat ik wil, er komt niets bij. Wel ben ik nog zo lenig dat ik als een kwajongen over hekjes spring of “paaltje over” doe. Geen probleem. Maar de zogenaamde verzuring van mijn spieren zorgt toch voor enige verontrusting bij mij en is ook gewoon lastig. Tijdens mijn fietstochten drink ik voldoende water, neem ik mijn koolhydraten en eiwitten. ’t helpt weinig al met al. Dus daar moet wat aan gedaan worden. Roken…ja nog steeds. Niet goed is zwak uitgedrukt. Ik weet het. Ben ook zeer benieuwd welk effect het zal hebben wanneer ik Nico en Tine (u weet, dat vervelende stel) eenmaal de deur heb gewezen. Sommigen beginnen te groeien als kool hoor ik vaak. Als een kind wat zijn laatste stuiver heeft versnoept sta ik wel een stilletjes met mijn neus tegen het raam gedrukt van een sportschool, Angstig omkijkend niet herkend te worden. Maar is dat nu wel zo nodig denk ik dan. Spierbundels, bijna immobiel door hun eigen massa, houden daar in fel neonlicht tienmaal een Suzuki Alto hoog of als het niets is. Gemakkelijk bij het vervangen van een uitlaat maar praktisch nutteloos. Lijkt me. En ook cosmetisch van weinig waarde, maar das weer persoonlijk hoor. Toch heb ik me laten voorlichten. Niet door een fitness instructeur maar door een praktijkman, ook een fervent fietser van afstanden. Op zijn aanraden begin ik in het nieuwe jaar met een programma om rug-buik en vooral beenspieren wat meer in proporties te krijgen. Conditie heb ik geen klagen over. Zoals eerder al eens gezegd voelt mijn lichaam zeker vijfendertig jaar jonger dan de kalenderleeftijd. Ben er niet echt zuinig op geweest desondanks. Roken en alcohol. Vergif in het huis van de ziel. Maar veel bewegen, dat wel. lange afstand wandelen, middagen lang met mijn maatje door de velden in weer en wind en fietsen uiteraard. Doorstampen, de kop leeg maken en ’s avonds strak in het velletje voldaan voelen. Dat voelde altijd goed. Maar straks in juli, de drukte vermijden en verzwelgen in stilte in urenlange cadans mien fietse vooruit trappen. Maar wel af en toe even een winkel opzoeken met grote etalageramen. Zwaaien naar de adonis in zijn worstelpakje. Jampie in XXL, oooh die redt ’t wel! Zwierige groet en fijne dag allen.
© J.G.Boomsma