Skip to main content

Weldenkend

By 15 oktober 2015december 5th, 2015Mijn fietsblog

Een harde gure wind woei door straten en steegjes. De bomen schudden het blad van zich af en leken zich over te geven aan de natuur. Zij kunnen dat wel. Wij grote mensen houden ons teveel vast aan de illusie van een enkel kalenderblad. Uit de wind, met de rug tegen de muur, had ik zicht op de oliebollenverkoper, die in zijn kraam stond te vernikkelen. Twee kleine ventjes voorzien van twee iets grotere snottebellen maakten mijn nostalgische gevoel compleet. Met door de kou rode handjes brachten ze beide de lekkernij naar hun mondjes, die het aangezicht hadden of was er een poedersuikerstorm geweest. Het zou een plaatje van Anton Pieck kunnen zijn geweest. Maar schilderen is niet mijn ding. Positiviteit, een “goed gevoel” haal ik uit, bij voorkeur kleine dingen. Wagonladingen aan beschreven gevoelens laat ik aan me voorbijtrekken. Dat wordt me wat teveel. Het voldane gevoel wat iemand anders uitstraalt kan wel effect hebben op mijn eigen welbevinden. Al heb ik daarbij wel enige reserve wanneer ik eigenbelang vermoed bij die ander. Een plastisch chirurg die na een neuscorrectie zingend en huppelend de recoverruimte binnenkomt en de kraker “ik ben  zo bliiij, zoo bliiij, dat m’n neus van voren zit en niet op zij” ten gehore brengt maakt me toch wel enigzins sceptisch. Om maar es een voorbeeld te noemen. Nee, gemeend optimisme maakt me blij. Het komt meestal ook uit onverwachte hoek. Op onverwachte momenten. Zoals kort geleden er een vroegere speelkameraad opdook op het magische vierkante scherm waar de letters hun eigen dans soms uitvoeren. Was tien jaar toen we onze laatste avonturen beleefden. We dansten destijds samen door ons nog zo jonge onbevangen leven, wat nog maar net begonnen was. Tijdens cowboytje spelen nam ik de rol van Indiaan meestal aan. Kon me door mijn postuur goed verstoppen. Dat was wel zo veilig want de Indiaan verloor altijd… Ach, ’t was maar een spel. Voor een moment had ik weer even plaatsgenomen in mijn eigen tijdmachine. Een eigenzinnig apparaat trouwens. Meestal staat hij in zijn achteruit. Vooruit wil hij slechts luid kuchend en stotterend op gang komen. Misschien maar goed ook. Leven, maar vooral beleven vind plaats in het nu. Me staande houden in de harde wind is een vereiste om straks de zon weer te zien schijnen. De illusie van het kalenderblad laat ik aan anderen. Wat in de buus zit heb ik. Het komt zoals ’t komt.

©J.G. Boomsma