Sinds gistermiddag wordt de kop van de vaart gesierd met een oude klipper. Gebouwd in 1929. Twee grote masten prikken fier omhoog tegen de achtergrond van voortdrijvende wolken. Een en al bedrijvigheid aan boord. Zo zal het er in vroeger jaren ook hebben uitgezien. Dat gaat vast mooie plaatjes opleveren. De kapitein van het schip vertelde me dat het schip is beladen met meel. Knus in het vooronder, kunnen nieuwsgierige passanten en verdwaalde hongerlappen straks genieten van vers bereidde pannenkoeken. Wat bezorgd zie ik de bezoekers de loopplank afwaggelen, zwaar op de maag, als wandelende meelbalen. Anton Pieck zou watertanden van de plaatjes die dat vervolgens weer zou opleveren. Gekkigheid natuurlijk, excuus voor mijn meligheid. Maar de komst van het schip naar de Drentse hoofdstad heeft over publiciteit niet te klagen gehad. Publiciteit die ik vanaf komende maand ook op ga zoeken. Eindelijk heb ik het plaatje rond in mijn kop hoe ik zoveel mogelijk mensen kan bereiken en op welke manier ik hoop donaties te werven voor de Nederlandse Hersenstichting. Daarover spoedig meer op deze plaats. Best moeilijk trouwens. Wel op mijn kop gevallen, maar niet op mijn mondje, kan ik praten als geen ander. Er zijn mensen die een rubberboot of zwemvest in de woestijn tot een commercieel succes weten te brengen, maar das niet mijn ambitie. Net zo min als een ijsco op de Noordpool. Aalgladde jongens in snelle pakken fluisteren in mijn oor “je moet jezelf verkopen Jampie”. Maar dat kan ik niet. Nimmer! Ben te veel mens, hou teveel van anderen om muntstukken te verruilen tegen principes. Lekker dom Jampie… tja, dat zij zo. Niet zuiver uit principieel oogpunt hoor. Eigenwaarde is een moeilijk woordje voor me. Waardeloos…? Nee, dat niet. Een boodschap doen voor die ander, er willen zijn voor haar of hem, bescherming proberen te bieden. Dat gaat me goed af. Andere frivoliteiten op intermenselijk vlak speel ik door. Op zeker spelen en passen. Geen initiatieven kunnen of durven nemen past zo bij mij. Maar denken, altijd maar denken, duizenden gedachten in een etmaal. Slopend? Ja! Klagen? Nee! ’t heeft geen zin en niemand stopt het. De inkt loopt me de kop uit, ‘k schrijf nog wel es wat. Dat helpt voor het moment dan. Maar ’t moet ook niet allemaal stoppen hoor. De bakkerij daarboven maakt ook wel mooie plaatjes waar ik lettertjes onder zet. Soms snel rijzend. Ware culinaire toppertjes waar ik iets mee kan. Wil doen. Gisteravond was weer zo’n moment. U herkent het vast wel. Opeens is het er. Geen misbaksel hoor, tis een mooi idee. Ben het nu aan het uitwerken. Het pannenkoekschip deint inmiddels zachtjes op de golven van de vaart. Ik zoek nog wat ingrediënten om mijn idee tot een smakelijk geheel te brengen. U mag binnenkort proeven.
©J.G. Boomsma